3.4 Meten = weten

Let’s get ENERGIEKER & SLANKER

You are more than a number on the scale!

Ja dat lees je goed.
In deze module gaan we het hebben over het meten van je resultaten en over de weegschaal maar dat getal dat je daar ziet staan is niet wie jij bent. Onthoud dat goed!

De meeste mensen die willen afvallen, gebruiken de weegschaal om hun voortgang te meten. De weegschaal is echter niet het beste of meest nauwkeurige hulpmiddel om gewichtsverlies te meten.

Als blijkt dat het getal op de weegschaal maar niet lager wordt, kan dit namelijk erg frustrerend zijn. Vooral als je keurig op je voeding hebt gelet en de sportschool drie keer per week hebt bezocht.

Je lichaamsgewicht en zelfs je BMI (Body Mass Index) zeggen niet voldoende over je gezondheid of fysieke toestand. Een bodybuilder bijvoorbeeld, heeft vaak ook een te hoog BMI terwijl hij alles behalve vet heeft. Dit komt omdat spieren zwaarder wegen dan vet. Ga jij dus veel (maar dan ook echt veel) krachttraining doen, dan kan het zo zijn dat het getal op de weegschaal niet lager word maar je kleding wel te groot word.

Wat ik hier dus eigenlijk mee wil zeggen is dat je je niet moet vast houden aan een bepaald gewicht of schoonheidsideaal. Uiteindelijk is het allerbelangrijkste dat jij lekker in je vel zit en dat het beeld dat je van jezelf hebt in je hoofd, klopt met dat wat je in de spiegel ziet.

Je doet er wel goed aan om jezelf te blijven wegen, echter om een volledig en nauwkeurig beeld te krijgen van je vooruitgang, is het aan te raden om de weegschaal aan te vullen met andere hulpmiddelen. Dit is tevens veel beter voor je humeur!

Je vooruitgang moet gevierd worden en daarom wil ik je laten zien hoe je dit op verschillende manieren kunt meten:

Met een meetlint

De middelomtrek geeft ook goed weer of je te zwaar bent of niet. Daarnaast geeft het ook een extra risico aan. Buikvet is vet dat vooral op de buik zit en dus ook tussen en rondom de organen zit. Dit brengt meer risico’s met zich mee dan bijvoorbeeld vet dat op de heupen zit. Vooral voor mannen is het dus goed om de middelomtrek te meten, aangezien vet bij hen eerder op de buik komt te zitten.

Hoe kun je het beste meten?

Pak een meetlint en meet de volgende delen van je lichaam. (zie ook onderstaande afbeelding)

  • Je taille. Meet de middelomtrek tussen de onderste rib en de bovenkant van je bekken, ongeveer ter hoogte van de navel. (tijdens het uitademen, trek het maatlint niet te strak);
  • Je borst. Het breedste gedeelte;
  • Je heupen. Op het breedste gedeelte met je voeten naast elkaar;
  • Je kunt eventueel ook nog je nek, armen en benen meten.

Als je de maten iedere keer noteert, kun je daaruit analyseren of je op de juiste weg bent.

Voor en na foto’s

Maak om de twee tot vier weken foto’s van de voor-, zij- en achterkant van je lichaam. Omdat je jezelf elke dag in de spiegel ziet, merk je kleine veranderingen aan je lichaam namelijk niet zo snel op. Als je gezond hebt gegeten en goed hebt gesport, zul je na een tijdje op de foto’s duidelijk kunnen zien dat je lichaam aan het veranderen is. Als je meer spieren krijgt door het sporten, zul je volgens de weegschaal niet veel afvallen. Op de foto’s is dan wel zichtbaar dat je strakker wordt.

Hoe maak je de beste foto?

  • Neem de foto op een plek met een neutrale muur zonder afleidingen op de achtergrond.
  • Kies een outfit, zoals een bikini, zwembroek of ondergoed, waarin je verandering in je lichaam goed kunt zien.
  • Draag elke keer hetzelfde.
  • Sta met voeten bij elkaar, ontspannen en met een neutrale wervelkolom.
  • Maak een foto van de voorkant, zijkant en de achterkant.

De weegschaal.
Ik adviseer mijn toppers altijd om 1 doordeweekse dag in de week te kiezen om zichzelf te wegen en meten. Mijn voorkeur gaat uit naar de woensdag. Uit ervaring weet ik dat de woensdag de fijnste dag is om te wegen en ik krijg dit ook iedere keer van mijn klanten terug. Ik las laatst zelfs dat er een Fins onderzoek is gedaan waaruit blijkt dat op woensdag je gewicht het meest stabiel is. Ha, dat is mooi meegenomen! Uit het onderzoek kwam naar voren dat in het weekend wegen een minder goed idee is. De mensen in het onderzoek zagen extreme schommelingen in et gewicht. En dat werkt natuurlijk niet echt motiverend. Klinkt ook wel logisch eigenlijk. We weten allemaal dat we in het weekend vaak wel iets anders eten dan doordeweeks. Zorg dat je elke week in dezelfde omstandigheden weegt. De zelfde weegschaal op dezelfde plek, dezelfde kleding en op dezelfde tijd. Op deze manier kun je echt bijhouden hoeveel je bent afgevallen.

Oefeningen:

  • Begin met het maken van de before foto’s. Omdat je jezelf vaak in de spiegel ziet zal het je niet direct opvallen dat je afvalt. Foto’s laten dit beeld goed zien. Over 4 weken kun je nieuwe foto’s maken om de voortgang te bekijken. 
  • Weeg 1x in de 2-3 weken op woensdag (niet als je menstrueert) en meet jezelf met een meetlint. 
×
×

Winkelmand